26 mei 1974: Nederland - Argentinië (4-1) Rob Rensenbrink kopt de 2-0 binnen tijdens een oefenwedstrijd tegen Argentinië |
(Nationaal Archief; Fotocollectie Anefo; Bert Verhoeff, CC0)
Henke Larsson over Ronald Koeman:
Vragen is krijgen bij Ronald. En op maat. Dat is voor een spits lekker. Ronald is een wereldvoetballer, ik ken niemand met zo'n pass als hij."
Bron: Nederlof, De Feyenoorders, 114
Embed from Getty Images |
Michel Platini in actie tegen België tijdens het EK 1984. De Franse spelmaker scoorde die wedstrijd een hattrick en zou dat toernooi in totaal maar liefst negen doelpunten voor zijn rekening nemen. |
Bron: Getty Images - AFP
Piet Schrijvers was zonder meer één van de beste keepers uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis. Wat hij aan pure klasse en elegantie misschien miste in vergelijking met zijn tijdgenoot Jan van Beveren, compenseerde hij met inzet en onverschrokkenheid. 'De Beer van De Meer' was de passende bijnaam die het hem tijdens zijn Ajax-tijd opleverde. Als hij afscheid had genomen bij de Amsterdammers was het daarbij wellicht gebleven, maar een onfortuinlijk avontuur bij PEC Zwolle dat eindigde in degradatie leverde hem nog twee bijnamen op, 'Het Lek van PEC' en (vanwege zijn toegenomen lichaamsgewicht) 'De Bolle van Zwolle'.
Schrijvers volgde daarmee in de voetsporen van William Henry Foulke, de legendarische Engelse doelman die rond de eeuwwisseling furore maakte in dienst van Sheffield United. Foulke viel aanvankelijk vooral op dankzij zijn opmerkelijke lengte. Met meer dan 1,90 meter was hij uitzonderlijk lang voor de tijd waarin hij leefde. Zijn vermogen de meest onmogelijke ballen tegen te houden leverde hem, naast een uitverkiezing voor het Engelse nationale elftal, de flatteuze bijnaam 'the octopus' op.
Embed from Getty Images |
EK 1996: Paul Gascoigne scoort tegen Schotland In wat gerust mag gelden als één van de beste goals uit de EK-historie, speelde Gazza met een wippertje een Schotse verdediger uit om de bal vervolgens hard en laag in de hoek te volleren |
Bron: Getty Images - Gunnar Berning
"Hij leidt zijn teams als trainer op de manier zoals hij zelf vroeger speelde: Guus was een linkspoot. Sigaretje, biertje en voetballen maar. Geen paniek, maar altijd rust uitstralen."
Bron: Algemeen Dagblad, 10 december 2005
31 mei 1972: Ajax - Inter Milaan (2-0) Linksbuiten Piet Keizer in duel met Inter-rechtsback Mauro Bellugi |
(Nationaal Archief; Fotocollectie Anefo; Ron Kroon; CC0)
Er zijn voorbeelden genoeg van voetballers die stug doorspelen met een blessure. Bij een beetje stoere verdediger mag een hoofdwond de pret bijvoorbeeld niet drukken, ook al gutst het bloed er uit. Het leverde iconische beelden op van voetballers als John de Wolf, Jan van Halst, Giorgio Chellini, maar natuurlijk vooral Terry Butcher, spelend met bebloed shirt en een tulband van verband op het hoofd. Maar doorspelen met een gebroken nek? Dat is van een hele andere orde. Toch is dat precies wat er op 5 mei 1956 in Engeland gebeurde, toen Manchester City en Birmingham City het tegen elkaar opnamen in de finale van de FA-Cup.
Onder de lat bij Manchester stond die dag de Duitser Bert Trautmann. De doelman was tijdens de Tweede Wereldoorlog als krijgsgevangene in Engeland beland en was na de oorlog blijven hangen en in een carrière als betaald voetballer gerold. Na aanvankelijk op veel verzet te zijn gestuit, was hij uitgegroeid tot een gewaardeerd doelman. Bij een 3-1 voorsprong wierp Trautmann zich in de 75e minuut voor een Birmingham-aanvaller en kwam hard met hem in botsing. “Het leek wel een treinbotsing,” zou Trautmann later verklaren. Wissels waren destijds nog niet toegestaan, dus ondanks de martelende nekpijn die hij aan het incident overhield speelde Trautmann door. Hij verrichtte in het resterende kwartier zelfs enkele cruciale reddingen, maar het ging met hangen en wurgen. Trautmann: “Ik zakte in die laatste 15 minuten nog twee of drie keer in elkaar. De pijn was ondragelijk en ik moest mijn nek met mijn rechterhand ondersteunen.”
1 april 1990: Vitesse - PSV (0-2) John van de Brom kopt de bal, terwijl Rick Hilgers en Joseph Chovanec met elkaar in het gras rollebollen |
Bron: ANP Historisch Archief; Fotograaf: Toussaint Kluiters; CC BY-NC-ND 4.0
Bij AZ heb ik nog eens de schoenen van Paul Nortan volgezeken. Kwam Paul de kleedkamer binnen, woest natuurlijk, en stoof iedereen weg. Alleen ik bleef staan, dacht: hij is toch sneller. Maar daardoor dacht Paul: Winnie is het dus zeker niet geweest. Hij achter die andere gasten aan, Sigi Lens, Fred Patrick, die kregen de hele lading zeik over zich heen. Stond ik in mijn eentje balletje hoog te houden.
Bron: Robert Heukels, Huize Heukels, 98
Embed from Getty Images |
EK 1988 - Ruud Gullit scoort in de finale tegen de Sovjet-Unie De aanvoerder van Oranje kopt de bal snoeihard in de richting van het Russische doel terwijl Gerald Vanenburg hoopvol toekijkt. |
Bron: Getty Images - Popperfoto
Voetbalvandalisme kent een lange geschiedenis, maar het moderne hooliganisme is het product van het Engeland van de jaren zeventig, toen vechtpartijen en vernielingen rond wedstrijden schering en inslag waren. Ook de rest van Europa raakte in de loop van dat decennium bekend met het fenomeen. Meestal vond de eerste kennismaking plaats wanneer een Brits team in het kader van de Europacup op bezoek kwam. Twee keer was het al tot een schorsing gekomen van een Engelse club, Leeds in 1975 en Manchester United in 1977. Op een EK- of WK-voetbal hadden zich in 1980 echter nog geen incidenten voorgedaan met hooligans. De reden daarvoor was simpel: Engeland had zich sinds 1970 niet meer voor een toernooi weten te plaatsen.
Tijdens het Europees Kampioenschap in Italië waren de Engelsen er echter weer bij. Het team behoorde, met sterren als Kevin Keegan, Ray Wilkins, Trevor Brooking en Tony Woodcock zelfs tot de favorieten. Engelse clubs hadden de Europacup vier jaar op rij gewonnen, twee keer Liverpool en twee keer Nottingham Forest. Alle reden dus om te verwachten dat Engelse fans hun team massaal achterna zouden reizen. Zo’n 4500 supporters bemachtigden via officieel kanalen tickets voor de eerste wedstrijd van de Engelsen, in Turijn tegen België, maar in totaal zouden er zo’n 8000 Engelsen neergestrijken in en rond de stad. Vreedzaam verliep die volksverhuizing niet. In de aanloop naar de wedstrijd kwam het in Turijn al tot vernielingen en tot vechtpartijen tussen Engelse fans aan de ene kant en Italiaanse supporters dan wel politieagenten aan de andere kant.
"Een klein rond mannetje dat eruitzag alsof hij het grootste deel van zijn training in restaurants deed. Hij was een natuurtalent, een grootmeester van het spel. Hij was puur linksbenig, maar hoe de bal ook kwam, de linkervoet ging omhoog en zijn controle was onmiddellijk en nauwkeurig. Het was alsof hij lijm op de neus van zijn schoen had."
Bron: Guardian, 18 November 2006
Op 22 mei 1979 nam Oranje het in het Zwitserse Bern op tegen Argentinie in een jubileumwedstrijd ter ere van het 75-jarig bestaan van de wereldvoetbalbond FIFA. De wedstrijd tussen de twee WK-finalisten van 1978, die plaatsvond in het legendarische Wankdorf stadion, eindigde in een teleurstellende 0-0, maar is om één specifieke reden wel degelijk het herinneren waard. Het was namelijk de enige keer dat Diego Armando Maradona in actie zou komen tegen het Nederlands Elftal.
Embed from Getty Images |
Diego Maradona aan de bal tegen Oranje |
Mijn vader en broer werkten beiden in de mijnen en toen ik veertien was voegde ik me bij ze. Ik probeerde een baan bovengronds te vinden, omdat ik op die leeftijd al talent als voetballer vertoonde, maar niemand hielp me.
Bron: Hunt, World Cup Stories, 84
Als je duizend goals hebt gescoord en de voetbalgeschiedenis in bent gegaan als wellicht de beste voetballer aller tijden, kan er uiteraard niet worden gezegd dat je je roeping hebt gemist. Maar afgaande op onderstaande foto’s van een nog maar zeventienjarige Pelé in actie als keeper, zou er weleens een goede doelman aan de legendarische Braziliaan verloren kunnen zijn gegaan. Hij plukt de bal tenminste keurig weg voor twee aanstormende aanvallers.
Embed from Getty Images |
Bondscoach Helmut Schön is dood voor mij. Het tenue van het nationale team trek ik nooit meer aan. Het wereldkampioenschap zal ik op een televisiescherm bekijken. Ik wil nooit meer in het nationale elftal spelen.
Bron: Willems, Benseman tot Beckenbauer, 103
Tijdens het EK 2016 stond Thibaut Courtois als eerste Belgische doelman in zestien jaar onder de lat op een Europees Kampioenschap. De Chelsea-keeper werd daarmee de opvolger van niemand anders dan… Eric Deflandre. Want de destijds 26-jarige rechtsback was, in de zomer van 2000, toch echt de laatste man die op een EK-Voetbal het Belgische doel verdedigde. Courtois zal de keepershandschoenen ongetwijfeld met wat meer enthousiasme hebben aangetrokken dan zijn voorganger Deflandre op onderstaande foto lijkt te doen.
Embed from Getty Images |
Eric Deflandre tijdens het EK 2000 |