Piet Schrijvers was zonder meer één van de beste keepers uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis. Wat hij aan pure klasse en elegantie misschien miste in vergelijking met zijn tijdgenoot Jan van Beveren, compenseerde hij met inzet en onverschrokkenheid. 'De Beer van De Meer' was de passende bijnaam die het hem tijdens zijn Ajax-tijd opleverde. Als hij afscheid had genomen bij de Amsterdammers was het daarbij wellicht gebleven, maar een onfortuinlijk avontuur bij PEC Zwolle dat eindigde in degradatie leverde hem nog twee bijnamen op, 'Het Lek van PEC' en (vanwege zijn toegenomen lichaamsgewicht) 'De Bolle van Zwolle'.
Schrijvers volgde daarmee in de voetsporen van William Henry Foulke, de legendarische Engelse doelman die rond de eeuwwisseling furore maakte in dienst van Sheffield United. Foulke viel aanvankelijk vooral op dankzij zijn opmerkelijke lengte. Met meer dan 1,90 meter was hij uitzonderlijk lang voor de tijd waarin hij leefde. Zijn vermogen de meest onmogelijke ballen tegen te houden leverde hem, naast een uitverkiezing voor het Engelse nationale elftal, de flatteuze bijnaam 'the octopus' op.
Embed from Getty Images |
De nog slank ogende Foulke in 1896 |
Naar mate de jaren vorderden, begon Foulke echter ook steeds meer op te vallen vanwege zijn almaar toenemende lichaamsgewicht. Meer dan 135 kilo zou hij uiteindelijk komen te wegen. Het stond zijn succes blijkbaar niet in de weg, aangezien Foulke met Sheffield United twee keer de FA Cup en één keer de Engelse landstitel wist te winnen, maar het maakte hem wel een onderwerp van spot voor vijandelijke fans. Net als bij Schrijvers deed een nieuwe bijnaam deed zijn intrede: 'Fatty' Foulke en het is die bijnaam waaronder hij voortleeft in de historie.
Embed from Getty Images |
Een spotprent over Foulke uit 1902 |
Allerlei legendes zijn rond Fatty Foulke ontstaan. Zo zouden ballenjongens hun intrede gedaan hebben in het voetbal vanwege zijn onvermogen om naast- of overgeschoten ballen zelf op te halen. Ook is er het verhaal dat Foulke, toen hij eens met zijn team in een hotel verbleef, stiekem de ontbijtzaal in wist te sluipen om prompt alle elf klaarstaande ontbijten in zijn eentje te verorberen. Mooi is ook het verhaal dat hij er na het afsluiten van zijn carrière een gewoonte van maakte door de stad te flaneren met zijn FA Cup medaille om zijn nek. Of het allemaal waar is valt te betwijfelen, maar sommige verhalen moet je niet onderuit willen halen.