Op dinsdag 10 september 1985 streden Wales en Schotland in Cardiff om een ticket voor het WK dat een jaar later in Mexico gehouden zou gaan worden. Bondscoach van de bezoekers was de legendarische Jock Stein, de man die Celtic naar al zijn grote successen in de jaren zestig en zeventig had geleid. Sinds 1978 had hij het nationale elftal onder zijn hoede. Op zich stond zijn team er goed voor. Een gelijkspel zou sowieso recht geven op een play-off tegen de winnaar van het nog te houden kwalificatietoernooi van de Oceanische voetbalbond. Bij winst zou de groep, waar ook Spanje in uitkwam, zelfs wel eens gewonnen kunnen worden, met directe kwalificatie als beloning.
Het enige dat de mannen van Stein absoluut niet mochten, was verliezen van Wales. In dat geval kon slechts een verliespartij voor Spanje nog soelaas bieden en dat leek uitgesloten, aangezien de Spanjaarden alleen nog thuis tegen IJsland moesten. Het probleem was, dat verliezen van Wales precies datgene was wat Schotland een halfjaar eerder overkomen was. Wales had met de spitsen van Manchester United en Liverpool, Mark Huges en Ian Rush, de beschikking over een fantastisch aanvalsduo. Zelfs de steun van 60.000 toeschouwers op Hampden Park had destijds niet kunnen verhinderen dat een doelpunt van Rush Wales de overwinning schonk. En dan moest Schotland het dit keer ook nog eens doen zonder aanvoerder Graeme Souness, vanwege een schorsing, en sterspeler Kenny Dalglish, vanwege een blessure.