Het WK is uitgegroeid tot één van de meest prestigieuze sporttoernooien op aarde, een vierjaarlijks mega-evenement dat zelfs de Olympische Spelen naar de kroon steekt. Wie werkelijk een ster wil zijn, moet schitteren op een Wereldkampioenschap voetbal.
|
2018 2014 2010 2006 2002 1998 1994 1990 1986 1982 1978 |
Frankrijk Duitsland Spanje Italië Brazilië Frankrijk Brazilië West-Duitsland Argentinië Italië Argentinië |
1974 1970 1966 1962 1958 1954 1950 1938 1934 1930 |
West-Duitsland Brazilië Engeland Brazilië Brazilië West-Duitsland Uruguay Italië Italië Uruguay |
WK 2018: Frankrijk
De Rode Duivels startten het in Rusland gehouden WK als één van de favorieten en wisten met de derde plaats het beste Belgische WK-resultaat aller tijden te behalen. In de finale won Frankrijk van verrassing Kroatië. Oranje wist zich, na een rampzalige kwalificatiereeks onder Danny Blind, niet voor het toernooi te plaatsen.
WK 2014: Duitsland
De als outsider geziene Rode Duivels speelden een flets toernooi dat eindigde in de kwartfinale. Nederland won in de groepsfase met 5-1 van Spanje en sloot het toernooi af met een knappe derde plaats. Duitsland, dat in de halve finale thuisland Brazilië met 7-1 wegvaagde, was de terechte winnaar van het toernooi.
WK 2010: Spanje
Een opvallend sterk Nederlands Elftal onder Bert van Marwijk won zowel tijdens de kwalificatie als op weg naar de finale elke wedstrijd. In de finale moest Oranje echter buigen voor een Spanje dat zich midden in een perdiode bevond waarin het het internationale voetbal domineerde met door balbezit geobsedeerd tiki-taka voetbal.
WK 2006: Italië
Het verassend sterk acterende thuisland gaf nog enige kleur aan een tegenvallend wereldkampioenschap. In de halve finale moesten de Duitsers echter buigen voor Italië, dat zonder echt te imponeren beslag wist te leggen op een vierde wereldtitel. In de finale tegen Frankrijk moesten strafschoppen de beslissing brengen.
WK 2002: Brazilië
Zonder sambavoetbal te spelen won een sterrenteam met spelers als Ronaldo, Rivaldo en Ronaldinho alle wedstrijden op weg naar de finale (waaronder een 2-0 tegen België in de achtste finale) en liet Duitsland daarin met 2-0 kansloos. Daarmee was de vijfde Braziliaanse wereldtitel een feit. Oranje verprutste onder Louis van Gaal de kwalificatie.
WK 1998: Frankrijk
Brazilië leek op weg naar de titel na een zwaarbevochten overwinning op een sterk Nederlands Elftal. Sterspeler Ronaldo, overmand door faalangst, kreeg vlak voor de finale echter een epileptische aanval. De aangeslagen Brazilianen werden in de wedstrijd die volgde opzij gezet door een ontketend Frankrijk, dat voor eigen publiek een eerste wereldtitel won.
WK 1994: Brazilië
Brazilië won het WK voor de vierde keer, maar de Samba werd dit keer alleen op de tribunes gedanst. Op het veld overheerste een on-Braziliaans behoudende tactiek. Italië en Brazilië presteerden het onmogelijke door, in de vorm van een oersaaie 0-0, een finale te produceren die nog slechter was dan die van het WK 1990.Lees verder…
WK 1990: West-Duitsland
De finale van het WK'90 was een slap aftreksel van die van vier jaar eerder. Maradona was geen schim meer van de speler die hij destijds was geweest en ook de Duitsers waren bepaald geen wonderteam. Dat de enige goal vlak voor tijd uit een penalty viel was tekenend voor het onthutsende niveau. De rest van het toernooi, gehouden in Italië, was niet veel beter
WK 1986: Argentinië
Diego Maradona bevestigde in Mexico zijn status als de beste speler van zijn generatie. Zijn doelpunt tegen Engeland geldt als één van de mooiste WK-doelpunten aller tijden. De finale werd een thriller waarin West-Duitsland zich na een 2-0 achterstand dapper terugknokte tot 2-2, maar uiteindelijk toch moest buigen. De Rode Duivels werden vierde.
WK 1982: Italië
Het Brazilië van Zico, Socrates, Falcao en Junior trakteerde de wereld onder leiding van bondscoach Tele Santana op een demonstratie van swingend samba-voetbal, maar ging ten onder toen Paolo Rossi in een beslissend treffen een hattrick produceerde. Italië zou de titel uiteindelijk winnen door in de finale West-Duitsland met 3-1 te verslaan.
WK 1978: Argentinië
Voor de tweede keer op rij bracht Nederland, ditmaal gecoacht door Ernst Happel, het tot de finale van het WK Voetbal. Het team mistte, mede door het ontbreken van Johan Cruijff, echter de magie van het elftal van 1974. Thuisland Argentinië, ook geen wonderteam, trok in de finale aan het langste eind door in de verlenging twee keer te scoren.
WK 1974: West-Duitsland
Een gouden generatie van Nederlandse spelers veraste de wereld met een flitsende demonstratie van aanvallend voetbal, met als hoogtepunten de klinkende overwinningen op Brazilië en Argentinië. Oranje leek op weg naar de wereldtitel, maar in de finale gooide thuisland West-Duitsland alsnog roet in het eten. Resultaatvoebal won het van totaalvoetbal.
WK 1970: Brazilië
Voor de derde keer in vier toernooien legde Brazilië beslag op de wereldtitel. Dat dankte het land aan een sterrenteam met spelers als Pelé, Carlos Alberto, Jairzinho, Tostao en Rivelino. Een formatie die door velen wordt gezien als het beste nationale elftal aller tijden. In de finale werd Italië overtuigend met 4-1 verslagen.
WK 1966: Engeland
Eusébio schitterde nadrukkelijk met maar liefst negen doelpunten, maar de titel leverde dat Portugal niet op. Die ging naar thuisland Engeland. In de finale wisten de Engelsen pas in de verlenging af te rekenen met West-Duitsland, met dank aan ongetwijfeld de meest bediscussieerde goal uit de WK-geschiedenis.
WK 1962: Brazilië
Het in Chili gehouden toernooi werd gekenmerkt door hard en negatief spel, met als voornaamste slachtoffer Pelé, die al vroeg naar huis moest met een zware blessure. In zijn afwezigheid groeiden Vava en Garrincha uit tot de grote sterren van een Brazilië dat de finale met 3-1 wist te winnen van een stug Tsjechoslowakije.
WK 1958: Brazilië
De dertien goals in één toernooi van Just Fontaine vormen een record dat wellicht nooit gebroken zal worden, maar de titel leverde het de Fransen niet op. In de halve finale werden ze uitgeschakeld door Brazilië, waarbij de jonge Pelé een hattrick scoorde. In de finale moest ook thuisland Zweden voor de de Brazilianen buigen.
WK 1954: West-Duitsland
Hongarije was de grote favoriet en leek in Zwitserland, ondanks een vroeg in het toernooi opgelopen blessure voor sterspeler Puskas, soeverein op weg naar de titel. In de finale verloren de Hongaren echter van een West-Duits nationaal elftal dat ze eerder in het toernooi met 8-3 hadden vernederd. Het ‘Wonder van Bern’ was een feit.
WK 1950: Uruguay
Engeland waande zich favoriet, maar de Engelse profs kwamen niet verder dan de eerste ronde en verloren zelfs van de Verenigde Staten. Een veel grotere shock, voor het Braziliaanse thuispubliek, was dat Uruguay in de beslissende wedstrijd van het toernooi Brazilië versloeg en beslag legde op een tweede wereldtitel.
WK 1938: Italië
Ditmaal viel er weinig in te brengen tegen de zege van de mannen van Vittorio Pozzo. Nadat in de eerste ronde Noorwegen met de nodige moeite werd uitgeschakeld, moesten ook thuisland Frankrijk, Brazilië en Hongarije buigen. De nationale elftallen van Nederland en België sneuvelden beiden in de eerste ronde.
WK 1934: Italië
Italië behaalde een titel met een bittere nasmaak. Met name in de kwartfinale tegen Spanje en de halve finale tegen Oostenrijk werd het thuisland op uiterst twijfelachtige wijze door de arbitrage bevoordeeld. Daarnaast maakten de Italianen gebruik van een aantal niet speelgerechtigde Zuid-Amerikanen.
WK 1930: Uruguay
Dertien landen namen deel aan het eerste Wereldkampioenschap Voetbal, dat werd gehouden in Uruguay. Slechts vier Europese landen toonden zich bereid om de lange bootreis naar Zuid-Amerika te ondernemen. België was één van die landen, maar kon geen potten breken. De titel werd uiteindelijk een prooi voor het thuisland.